Veel inzenders slechts één goed antwoord

De golfregelvraag van augustus gaat over de ligging van de bal in een waterhindernis. De vraag was klaarblijkelijk moeilijk, ondanks een fiks aantal inzendingen was er slechts één juist antwoord. Dat werd gegeven door Anneke Wolters. Zij krijgt een attentie…

Vraag en het juiste antwoord

Een speler slaat op hole 3 van de Gezandebaan de bal van de afslag richting de green. De bal landt helaas net niet op de fairway, maar in de waterhindernis. De bal ligt dicht bij de grens van de waterhindernis, gemerkt met rode palen (laterale waterhindernis). De gele stippellijn geeft de richting vanaf de bal naar de vlag aan. De rode stippellijn geeft de balvlucht aan vanaf de afslagplaats.

golfregelvraug 

Welke mogelijkheden heeft de speler?

 

A De bal zonder strafslag spelen zoals hij ligt.

B Een bal met bijtelling van één strafslag spelen op de plaats waar de bal het laatst werd gespeeld, vanaf de afslagplaats.

C De bal ligt in een waterhindernis. Daarom mag de speler vanaf het dichtstbijzijnde punt buiten de waterhindernis een bal droppen met bijtelling van één strafslag. Droppen binnen twee stoklengten vanaf dit dichtstbijzijnde punt, maar niet dichter bij de hole.

D Een bal met bijtelling van één strafslag droppen buiten de waterhindernis binnen twee stoklengten vanaf het punt waar de bal de waterhindernis kruiste en niet dichter bij de hole; dit is het gebied aangegeven met de zwarte stippellijn.

E  Een bal met bijtelling van één strafslag droppen achter de waterhindernis. Hierbij moet de speler het punt waar de oorspronkelijke bal de waterhindernis kruiste op een rechte lijn houden tussen de hole en de plek waar de bal wordt gedropt (blauwe stippellijn). Er is geen beperking van de afstand waarop de bal achter de hindernis mag worden gedropt.

Antwoord en uitleg

De juiste antwoorden zijn A, B en E.

 

Antwoord A is juist omdat de bal mag worden gespeeld zoals deze ligt (Regel 13-1).

Bij een bal in een waterhindernis zijn er wel verboden handelingen (Regel 13-4): voordat de speler een slag doet naar zijn bal mag de grond of het water in de hindernis door de speler niet aangeraakt worden met zijn hand of een stok. Ook een los natuurlijk voorwerp dat in de hindernis ligt mag door de speler niet aangeraakt of bewogen worden met zijn hand of een stok.

Met slag wordt alleen bedoeld de voorwaartse beweging van de stok met de bedoeling de bal te slaan en die in beweging te brengen.

 

Bij het voortzetten van het spel buiten een waterhindernis is het belangrijk waar de oorspronkelijke bal de hindernis kruiste. In de beschreven situatie kruiste de bal de hindernis gemarkeerd met gele palen en daarom gelden de regels voor deze waterhindernis en niet die voor de laterale waterhindernis. Mogelijkheid C is daarom niet toegestaan en blijven de twee mogelijkheden B en E over (Regel 26):

  • Handelen volgens slag en afstand (Regel 27-1) door een bal te slaan zo dicht mogelijk bij de plek waar de oorspronkelijke bal het laatst werd gespeeld (zie Regel 20-5), of
  • een bal droppen achter de waterhindernis, waarbij de speler het punt waar deze de waterhindernis kruiste op een rechte lijn moet houden tussen de hole en de plek waar de bal wordt gedropt zonder beperking van de afstand waar de bal achter de waterhindernis mag worden gedropt.