Uitslag Golfvraag van de maand: Onspeelbare bal in de bunker

bunkerDe golfregelvraag van juli ging over een moeilijke ligging van de bal in een bunker. Anne Wolters leverde het goede antwoord in en won een prijs. Onderstaand nogmaals de vraag én de uitleg!

Vraag

Een speler slaat op hole 6 van de Vier Eijckenbaan de bal vanuit de fairway naar de green. De bal maakt een mooie hoge vlucht, maar landt helaas in de rechter bunker voor de green. De bal ligt ingebed vooraan in de bunker. De blauwe stippellijn geeft de richting naar de vlag aan.

Omdat de speler vindt dat hij geen goede slag kan doen, verklaart hij de bal onspeelbaar. Echter: in de bunker kan niet gedropt worden op een plaats die niet dichter bij de hole is.

Waar mag/moet de speler dan droppen?

A Op een plaats in de bunker waar de onspeelbare ligging zo veel als mogelijk wordt ontweken.

B Buiten de bunker achter het punt waar de bal lag, waarbij de speler dit punt op een rechte lijn moet houden tussen de hole en de plek waar de bal lag, zonder beperking van de afstand achter de bal; er moet één extra strafslag bijgeteld worden voor het droppen buiten de bunker.

C Buiten de bunker binnen twee stoklengten van de plek waar de bal lag.

D Zo dicht mogelijk bij de plek vanwaar de oorspronkelijke bal het laatst werd gespeeld.

Antwoord en uitleg

Het juiste antwoord: D

Bij een onspeelbare bal in de bunker zijn er drie mogelijkheden (Regel 28):

een bal spelen zo dicht mogelijk bij de plek waar de bal het laatst werd gespeeld (volgens de bepaling van slag en afstand in Regel 27-1), of

een bal droppen achter het punt waar de bal lag, waarbij de speler dit punt op een rechte lijn moet houden tussen de hole en de plek waar de bal lag, of
een bal droppen binnen twee stoklengten van de plek waar de bal lag maar niet dichter bij de hole.

Als de speler kiest om te handelen volgens punt b of c moet een bal in de bunker gedropt worden.

Optie A is dichter bij de hole, en de opties B en C zijn buiten de bunker.