Vleermuiskastencontrole Het Woold maart 2022

Begin 2020 zijn op de golfbaan zo’n 20 vleermuiskasten geplaatst. Het doel van deze vleermuiskasten is om o.a. extra verblijfplaatsen te creëren en een beeld te krijgen van welke soorten in de omgeving voorkomen. Er zijn diverse types kasten geplaatst afhankelijk van specifieke voorkeuren van de verschillende soorten en verschillende functies voor vleermuizen. Zo zijn vrijwel alle kasten geschikt als zomerverblijfplaats voor een aantal individuen en er hangt een kraamkast geschikt als kraamkolonie of een massa- verblijfplaats. 

Kast type PL02. Ronde lange vleermuizenkast ( foto Mien Lomans)

De kasten worden jaarlijks in elk seizoen gecontroleerd door enkele leden van de Natuurwerkgroep IVN Het Woold. De eerste exemplaren van de gewone dwergvleermuis (Pipistrellus- pipistrellus) werden al in het najaar van 2020 vastgesteld. De gewone dwergvleermuis is de meest algemene soort in Nederland. Hun verblijfplaatsen bevinden zich in gebouwen en in vleermuiskasten.

Tijdens het telseizoen van 2021 liepen de aantallen gewone dwergvleermuizen welke gebruik maakten van de kasten, flink op. Het hoogste aantal gewone dwergvleermuizen in de kasten werd op 1 oktober 2021 waargenomen, 23 exemplaren. In enkele types kasten werden clusters van 5-6 exemplaren bij elkaar aangetroffen.

Tot eind 2021 werd slechts één soort vleermuis aangetroffen in de kasten; de gewone dwergvleermuis. Tijdens de eerste controleronde op 18 maart 2022 is in een grote bolle kast behalve één gewone dwergvleermuis, ook een exemplaar van de gewone grootoorvleermuis (Plecotus auritus) aangetroffen. We zijn verheugd dat we deze nieuwe soort vleermuis mogen verwelkomen op de golfbaan!

Gewone dwergvleermuizen (Pipistrellus pipistrellus) en nestresten van een gewone wesp (Vespula vulgaris) in kasten type PL02 . (foto Mien Lomans)

De gewone grootoorvleermuis is een minder algemeen voorkomende soort dan de gewone dwergvleermuis. Grootoorvleermuizen zijn meer lichtschuw, ze verlaten hun verblijfplaats in de avond ca. een uur na zonsondergang om te gaan foerageren. Dit in tegenstelling tot de meeste soorten die rond zonsondergang op insectenjacht gaan. Ook maken ze gebruik van ‘fluistersonar’ waardoor ze met een vleermuisdetector pas op een afstand van ca. 5 meter opgemerkt kunnen worden, terwijl de overige soorten op een veel grotere afstand waargenomen kunnen worden.

Laten we hopen dat de gewone grootoren de weg naar de kasten op de golfbaan ontdekt hebben en dat we binnenkort meer soortgenoten mogen verwelkomen!

Jo van Zanten en Mien Lomans

Natuurwerkgroep Het Woold