Adellijke strijd om het golfkampioenschap

Adellijke jacht om het golfkampioenschap

De NGF competitie is ondertussen al weer 2 weken oud. En het gaat er stevig aan toe in onze klasse.
Dit jaar heeft de golfcompetitie een adellijk tintje. Ja…….want stel je eens voor dat je hoort dat je naar golfbaan ‘Princenbosch’ moet, dan slaat je fantasie toch op hol.
Ik denk aan een bos vol prinsen op witte paarden. Elegante jonkvrouwen die hun best doen om de aandacht te trekken van de stoere, mannelijke en knappe ruiter. De prins die vervolgens het landgoed ingaat om uiteindelijk indruk te maken met zijn jachtbuit.

Bij aankomst in het clubhuis van Princenbosch worden we ontvangen door een brandend haardvuur omgeven door een levensgrote schouw. Op de schouwrand prijken de jachttrofeeën van de vereniging. In de baan geen prinsen op paarden met blaffende honden, klaar voor het jachttafereel. Wel rondrennende vrouwen met een trolley en een cap op. Je hoort hooguit wat gekef tegen elkaar als er een jachtregel overtreden wordt.
In de baan is de adellijke stand van de club zichtbaar: Sir Richard heeft een eigen bruggetje, Sir Erik-Jan heeft een eigen eiland in de baan en het vlees betrekt men niet van de slagerij, maar van de ‘Boucherie’. Het wild in de baan brengt rust, familie eend wordt immers niet beschoten.

The Duke behoeft geen uitleg, die naam spreekt voor zich. De adellijke stand straalt ervan af. Golfclub The Duke start met een imposante blik op een Engels clubhuis met een bijbehorend 5 star class hotel. De leden heten ‘members’ en de baan is geschikt voor de ‘corporate’ golfer. De eigenaar van deze golfclub is niet voor niets benoemd tot officier in een of andere orde. Zijn bedrijf mag het predikaat ‘koninklijk’ dragen. Omdat het Zijne Majesteit de Koning heeft behaagd om…….Een edele club, we kunnen er niet om heen.

De wedstrijd tegen The Duke vond vorige week plaats op de Wouwse Plantage. (niet verwarren met de’ Wouwsche’). Ik krijg visioenen van velden zover het oog reikt, waar het gewas zijn best doet om tot bloei te komen.  Aan het hoofd van de plantage staat een ruige autoritaire charismatische heer, die met harde hand de plantage bestuurt. Naar ik hoop een nobele man, die zorgvuldig met zijn arbeiders omgaat. Maar die wel in het grootste huis van de plantage woont en de dienst uitmaakt. De Wouwse Plantage hebben we vorige week al gespeeld; niets gemerkt van harde hand, wel een leuke buit binnen gehaald; gewonnen!
Trouwens in het zuiden van Amerika hebben ze ook zo’n mooi golfbaantje welke op een oude plantage gebouwd is. Het is in het plaatsje Augusta en hun jaarlijks terugkerend open toernooitje heet de Masters’. Het zou best kunnen dat ze dat allemaal van de Wouwse Plantage afgekeken hebben.

Een andere geduchte tegenstander in onze poule is De Eindhovensche. Opgericht door het echtpaar Philips en geopend in 1930. Ze bestaan bijna 100 jaar. Een club die vasthoudt aan jarenlange tradities, zoals in de adelstand gebruikelijk is. Een bijzonder landgoed, omgedoopt tot golfbaan. Eén van de deftige en sjieke Oude Negen van Nederland. Op 1 mei spelen we tegen de Eindhovensche op The Duke. ‘Noblesse oblige’; we gaan het zien.

Afgelopen zondag speelden we tegen de Wouwse Plantage op Golfbaan Princenbosch. Het leverde niet de volledige jachttrofee op, wel een mooi gelijkspel. Leuk hè, die adel!

Namens dames 1
Marij Coolen