Een speler besluit dat zijn of haar bal in een bunker onspeelbaar is. De speler heeft vier opties:
(1) Voor één strafslag mag de speler slag-en-afstand ontwijken.
(2) Voor één strafslag mag de speler terug aan de lijn ontwijken in de bunker.
(3) Voor één strafslag mag de speler zijdelings uitwijken in de bunker. (2 clublengtes)
(4) Voor een totaal van twee strafslagen mag de speler terug-op-de-lijn uitwijken buiten de bunker op basis van een referentielijn die recht teruggaat vanaf de hole door de plek van de oorspronkelijke bal.
Zie bovenstaande foto voor een visuele uitleg van de 4 opties.