Sleutelbos
Ik ben moe, ik heb ergens in Utrecht 26 holes gegolfd en 27 holes gelopen. De dubbel gesquared en mijn single verloren. De laatste 7 holes in de stromende regen. Ons team heeft zojuist de avondmaaltijd genuttigd samen met onze tegenstanders van de Eindhovensche. We hebben een aangename en sportieve wedstrijd gespeeld, maar met 13-5 verloren. Ze waren beter.
We hebben er samen een glaasje op gedronken. Maar nu wil ik naar huis. Het is mooi geweest. Om 7.00 uur op en het is ondertussen later dan 21.00 uur.
Ik pak mijn handtas en ga op zoek naar mijn sleutels. Ik kan ze niet vinden. Ik weet toch zeker dat ik ze in mijn handtas gedaan heb……, toch?
Ik loop naar mijn andere tas, waar een overvloed aan lichaamsgeuren en natte golfkleding ingefrot zit. Daar zullen mijn sleutels wel in zitten. Ik draai mijn sporttas binnenstebuiten. De nattigheid en de odeur zitten wel in de tas, mijn sleutelbos niet.
Nog maar eens terug naar het tafeltje waar ik aan gezeten en gezellig gekletst heb. Wellicht liggen ze daar (hoop ik)?? Dus niet!
Ondertussen krijgen mijn teamgenoten ook lucht van een ‘verloren’ sleutelbos. “Heb je ze niet ergens in je kleren gestopt, liggen ze niet op de grond, misschien wel gewoon in je auto laten liggen toen je jouw golftas erin gelegd hebt?”
Helaas ook niet in de auto, die zit op slot. En de autodeur sluiten kan alleen met een sleutelbos. Dus de sleutels moeten buiten de auto zijn.
De dames van de Eindhovensche zijn al naar huis. Het zal toch niet zo zijn dat één van hen per ongeluk mijn sleutelbos meegenomen heeft. Heb ik ze eigenlijk wel op de tafel gelegd? Wat heb ik in godsnaam met mijn sleutelbos gedaan??
Ik begin langzaam maar zeker wat ongemakkelijk te worden en ik voel me bovenal schuldig dat ik ook mijn teamgenoten belemmer om in de auto te stappen om de terugtocht naar huis te aanvaarden.
Het clubhuis van golfclub Amelisweerd is ondertussen nagenoeg leeg.
Vooral de gezichten van mijn teamgenoten laten mijn stresslevel oplopen; de één bezorgd, allemaal behulpzaam, de ander gestructureerd en overzicht bewarend. Ik voel ook wat meewarigheid (= blijk gevend van het gevoel dat iemand anders een beetje sneu is) op mijn schouders rusten.
Eens diep ademhalen en nog maar eens (voor de 4e keer) mijn handtas omgedraaid.
Ik voel iets hards in een zijvak van mijn handtas. Het zal toch zeker niet……
Opluchting alom. Mijn sleutelbos zit in het zijvakje. Poeh, poeh. Dat spaart een heleboel gedoe met de geleende auto van mijn lief, andere sloten op ons huis, de sleutel van het appartement van mijn schoonmoeder, onze schuur, de sleutel die aan de sleutelbos hangt waarvan ik bij God niet meer weet waar die sleutel van is. En dan heb ik het nog niet gehad over het openen èn sluiten van het kantoor van de baas.
Na wat oponthoud kan de stoet van ons golfteam huiswaarts keren. Opluchting overheerst, het ongemak (lees een beetje schaamte) en relativering (ik ben ook maar een mens) blijven hangen.
Is dit verhaal bijzonder of belangrijk? Geenszins.
Echter ik ben gewend om anderen te aanschouwen en met een kwinkslag te schrijven over datgene wat ik waarneem tijdens de competitie. Mijn teammaatjes zijn daarbij een dankbare inspiratiebron. Na bovenstaande gebeurtenis ben ik het aan mijn teamleden verplicht om zelf eens het onderwerp van mijn verslag te zijn.
Namens dames 1
Marij Coolen