Vaak staan spelers eindeloos ballen te slaan, putts te holen en steeds maar weer hetzelfde te doen. Dit is goed! Het is prettig om wat dingen te experimenteren, te voelen en bovenal te ontdekken wat voor jou werkt. Zodra je jouw ideale manier van swingen gevonden hebt zul je het trainen toch moeten gaan aanpassen.

Op de baan krijgen we steeds 1 kans. Deze situatie en druk moeten we ook in onze training terug laten komen. Zoals op de driving range verschillende ballen achter elkaar slaan hebben we op de baan niet. Train dus jouw eenmaligheid. 1 slag, 1 kans. Koppel hier ook een score aan en leg jezelf daarmee wat druk op.

Zorg ook dat de training wat moeilijker is dan de werkelijkheid. Op momenten dat je de lat net wat hoger legt dan de werkelijkheid is, wordt de werkelijkheid een stuk makkelijker. Een voorbeeld zou zijn om met je driver te trainen vanaf een lage tee. Zodra de bal op een hogere tee ligt wordt deze slag een stuk makkelijker. Of je traint het putten op afstanden van 15m. De putts van binnen de 10m worden een stuk vriendelijker.

Een bepaalde slag veelvuldig herhalen zorgt ervoor dat deze opgeslagen wordt. Denk daarbij aan een dichtbegroeid bos. Als je steeds dezelfde route loopt ontstaat een pad. Dit zal ook in je hersenen gebeuren. Uiteindelijk als dit pad ontstaan is, je hebt de beweging eigen gemaakt ga je de eenmaligheid trainen, daag je jezelf uit zodat je tijdens een ronde golf nooit meer voor verassingen komt te staan. Succes.

Rob Mouwen