MET PLEZIER GOLFEN OP HET WOOLD

Algemeen

Het is vaak druk op Het Woold, reden te meer om te zorgen dat we allemaal met plezier kunnen golfen. Het naleven van gedragsregels draagt hier aan bij.

Met gedragsregels in golf wordt bedoeld: rekening houden met andere spelers en zorg voor de baan en zorg dat er veilig gespeeld wordt zodat iedereen van golf en de baan kan genieten.

Veiligheid

  1. Het is belangrijk dat je op een veilige plaats staat als iemand anders slaat.
  2. Sla nooit als je spelers die voor je lopen, zou kunnen raken
  3. Roep altijd hard ‘FORE’ als een bal de verkeerde kant op gaat richting een andere golfer of toeschouwer, ook als je zelf de bal niet sloeg.
  4. Baanpersoneel heeft altijd voorrang, Indien baanpersoneel aan het werk is binnen slagafstand moeten spelers altijd wachten op een teken van het baanpersoneel

Speeltempo

De snelheid van het spel op een baan of in een wedstrijd is soms zo traag dat golfers het plezier in de sport verliezen.  Met Ready Golf kunnen we ergernis over traag spel voorkomen. Ready golf betekent dat je speelt zodra het kan. Mits het veilig is natuurlijk. Je hoeft dus niet altijd op je beurt te wachten. Hieronder enkele tips:

  1. Op tijd bij de tee. Zorg dat je 10 minuten voor je afslagtijd op de eerste tee-box bent.
  2. Soms voor je beurt slaan. Jij bent klaar om te slaan maar je medespeler, die eigenlijk aan de beurt is, nog niet. Sla dan als eerste zodat je medespeler daarna kan slaan en de tijd heeft om zich nog voor te bereiden
  3. Lastige bal. Het kan zijn dat je medespeler verder weg ligt dan jij, maar een lastige slag heeft. Je medespeler heeft wat tijd nodig om zijn of haar opties te bekijken. Als het veilig is, sla dan eerst jouw bal. Dan heeft je medespeler wat meer tijd en kan hij of zij slaan nadat jij je bal hebt geslagen.
  4. Harken? Sla alvast! De bal van je medespeler ligt in de bunker. Je medespeler slaat de bal en ligt vervolgens nog steeds verder van de hole af dan jouw bal. Sla in dit geval alvast jouw bal zodat je medespeler de tijd heeft om de bunker te harken en zich voor te bereiden op de volgende slag.
  5. Meteen uitholen. Op de green heb je jouw bal dicht bij de hole geput, maar ook dicht bij de lijn van je medespeler. Hole dan vast uit. Dit is sneller dan opnieuw je bal markeren, je medespeler laten putten en dan zelf putten.
  6. Voor de green speelt eerst. Jouw bal ligt aan de voorkant van de green en de bal van je medespeler ligt over de green. Chip jouw bal dan eerst vanaf de voorkant van de green zodat je medespeler de tijd heeft om naar de achterkant van de green te lopen.
  7. Kortere afslagen eerst. Het komt wel eens voor dat je op de groep vóór je moet wachten. Misschien is je medespeler, een longhitter, aan de beurt om te slaan, maar die heeft de kans de spelers voor jullie te raken. Jij slaat wellicht korter en kan de spelers voor je nooit raken. Sla dan als eerste vanaf de tee, dat scheelt weer wat tijd.
  8. Een korte pre-shot routine. Een pre-shot-routine herhaal je bij iedere slag. Als deze kort is, kan dit veel tijd schelen in een golfronde. Een goede en veelgebruikte routine is ‘staan, oefenswing, slaan’. Hoe langer je over je slag gaat nadenken hoe slechter die meestal gaat. Je golfprofessional kan je helpen met het vinden van je juiste (korte) pre-shot-routine. Spelers worden geacht om binnen 40 seconden nadat ze bij hun bal zijn gearriveerd, een volgende slag te hebben gemaakt.
  9. Klaar staan. Zorg ervoor dat je al helemaal klaar bent om te spelen als je aan de beurt bent. Dit voorkomt veel frustratie van andere spelers en de ronde zal ook een stuk sneller gaan. Vlak voordat je bij je bal aankomt kun je alvast kijken wat de windrichting is. Gebruik je een rangefinder? Laser dan alvast de afstand terwijl anderen slaan en doe dat niet pas als het jouw beurt is.
  10. Speel een provisionele bal. Zodra je denkt dat je bal verloren of buiten de baan zou kunnen zijn, speel je een provisionele bal. Stel dat de eerste bal verloren is, dan hoef je niet terug te lopen naar de plaats waar je vandaan kwam omdat je al een provisionele bal hebt gespeeld.
  11. Scores op de juiste plek noteren. Noteer de score pas als je bent aangekomen op de volgende afslag. Dan is de hole die je net hebt gespeeld vrij voor de groep achter je. Wie als eerste afslaat op de volgende hole, noteert de score pas na de afslag, terwijl anderen afslaan. Kijk wel altijd mee bij de afslag van anderen! Hoe meer mensen meekijken, hoe eerder een scheve afslag wordt gevonden.
  12. Tassen slim wegzetten. Als je naar de green loopt, zet je tas dan meteen op de weg richting de afslag van de volgende hole. Soms zie je de volgende afslag al liggen of er staat een bordje dat de richting aangeeft.
  13. Voorbereiding op een slag. Terwijl je naar je bal toe loopt of terwijl anderen in je flight aan het spelen of voorbereiden zijn, kan je al veel informatie inwinnen die belangrijk is voor je volgende slag. Waar komt de wind vandaan, wat is de afstand die je wilt overbruggen, hoe loopt de hole, waar liggen de hindernissen? Op deze manier ben je klaar om je bal te slaan als je aan de beurt bent.
  14. Bal oppakken. Als je Stableford speelt moeten de spelers de bal oppakken als ze geen punten meer kunnen halen.
  15. Kijk mee als anderen slaan. Als je een rondje speelt, kijk dan altijd mee als een ander slaat. Bij een scheve slag vind je dan veel eerder de bal. Ga bij een rechtshandige speler bij voorkeur rechts naast de speler staan. Je staat dan veilig en kunt de bal goed volgen.
  16. Vissen naar de bal. Ga niet eindeloos vissen naar uw eigen bal of een andere bal in het water. Ze zijn niet van goud en hij wilde toch al niet bij u blijven.
  17. Kies de juiste tee. De keuze van de afslagplaats heeft veel invloed op de snelheid van het spel. Als een beginnende golfer van de gele of witte afslag speelt heeft hij/zij doorgaans meer slagen nodig en duurt een ronde ook aanzienlijk langer. Tevens kan het spelen van de juiste afslag ervoor zorgen dat je een aantal lastige hindernissen of lastige gebieden al gepasseerd bent. Hierdoor gaat ook de succesbeleving omhoog.

Het advies is gebaseerd op hoe ver men kan slaan vanaf de tee box:

Respect voor andere spelers

Golfers worden geacht om rekening te houden met andere spelers zoals:

  1. Als anderen slaan, maak dan geen lawaai en sta stil
  2. Loop op de green niet door de lijn van een andere speler en zorg er voor dat andere spelers geen last hebben van jouw schaduw.
  3. Zet je mobiele telefoon uit.
  4. Hou je aan de kledingvoorschriften van Het Woold

 

Zorg voor de baan

Toon respect voor de baan. Greenkeepers werken het hele jaar door om deze in goede staat te houden. Als elke golfer bijdraagt aan het speelbaar houden van de baan dan is het spelplezier maximaal voor iedereen.

  • Repareer uw pitchmarks. Voor een spoedig herstel is het belangrijk dat pitchmarks zo snel mogelijk hersteld worden. Er zijn helaas nog veel mensen die hun pitchmark niet repareren. Wij geven hiervoor de tip om naast uw pitchmark één andere te repareren. Repareer er niet te veel, dat gaat weer ten koste van de speelsnelheid. Een pitchmark repareer je op deze manier:

  • Leg plaggen terug. Leg uw uit de grond geslagen plaggen terug en stamp deze goed aan. Niets is zo vervelend als het moeten slaan vanuit een divot.
  • Oefenswings. Voorkom beschadigingen door oefenswings.
  • Harken bunkers. Hark na uw bunkerslag de bunker goed en netjes aan. Doe dit met twee handen zodat de hark goed door het zand gaat
  • Betreden bunkers. Betreed bunkers via de lage zijde. Vanaf de hoge zijde kunt u de rand kapot trappen.
  • Biotoop. Betreed nooit een biotoop, ook al is uw dure bal zichtbaar.
    Biotopen zijn kwetsbaar gebied en zijn aangegeven door groene koppen op de paaltjes.
  • Gebruik van trolleys en buggy’s. Met buggy’s en trolleys mag niet worden gereden over afslagplaatsen, greens, tussen greens en bunkers en op voorgreens.
    Als dit gebeurt zal het gras, dat op deze plaatsen kwetsbaar is, worden beschadigd; u vindt het ook niet prettig om te slaan van een harde, kale ondergrond.
  • Help! Wijs andere spelers op een nette manier op de gedragsregels.