Het wel en wee van Jeugd-2

jeugd 2 600De afgelopen weken heeft Jeugd-2 niet stilgezeten en moeten knokken voor elk punt tijdens hun competitiewedstrijd. Een paar verslagen van de afgelopen weken door Jorg en Lars.

Competitiedag 2

Vorige zondag mocht Jeugd-2 naar de afslag van De Golfhorst. Deze keer was iedereen van het team aanwezig dus een reservespeler was niet nodig. We kwamen aan om ongeveer negen uur, we waren nog wat slaperig maar toen we eenmaal op de driving range stonden ging het allemaal weer soepel.

 

Ruth ging weer als eerste van start en de rest volgde. Het was geweldig weer, zo’n achtentwintig graden dus vertraging was er deze keer niet bij. De baan lag er mooi bij, met af en toe dode stukken gras, het resultaat van het mooie weer de afgelopen week.

De eerste negen holes gingen over een berg, vroeger van afval die ze later hebben verwerkt en er gras over gelegd hebben. De berg was erg steil en uitdagend, de uphills waren lastig en de downhills moeilijk in te schatten (voor mij althans). De laatste negen holes waren vooral vlak en kort met een meerderheid van PAR3-tjes.

Dit keer verloor het team helaas met 12-16 van de Gulbergen. Mede omdat er iemand tegen Max speelde die wel 48 punten behaalde. Zelf speelde Max ook goed maar tegen zo veel punten kun je niks beginnen. Volgende week spelen we weer in Hoenshuis en dan moeten we weer knallen.

Jorg van Stekelenburg

Competitiedag 3

Dag 3 vond plaats op golfclub Hoenshuis, een dag met een tempratuur van 28 graden. Op Hoenshuis moest het Woold tegen Golfhorst en Gulbergen tegen de Overbrug. Wedstrijd 1: het Woold 25-3 Golfhorst. Ruth won haar wedstrijd met 4-2. Lars won zijn wedstrijd met 5-1. Max won zijn wedstrijd met 6-0, en Jorg won ook met 6-0. Wedstrijd 2 was Gulbergen – Overbrug: 23-5.

De baan: Een mooie 18 holes baan met diepe bunkers en snel brekende greens. Mooi gelegen tussen het stille landschap, maar de baan was wel heel erg droog. Maar het plezier was daar niet minder op.

Het was een leuke dag en een baan om zeker nog een keer te komen.

Lars van Rossum