Oplossing Golfregelvraag mei

golfvraagDe golfregelvraag van mei 2018 ging over het toepassen van de regels bij een laterale waterhindernis op de Vier Eijckenbaan. 

De golfregelvraag is namens de Handicap- en Regelcommissie opgesteld door Will van de Moosdijk en Jos Hendriks. Na loting is Ria Konings deze maand de winnaar.

 

Vraag
Na de afslag op hole 4 van de Vier Eijckenbaan ligt je bal rechts van de fairway, net in de laterale waterhindernis. Bij het innemen van de stand om de bal richting green te slaan wordt je als rechtshandige speler gehinderd door een paal met rode kop. De rode lijn geeft de speelrichting aan.

Hoe nu verder?

  1. Een markeringspaal van een waterhindernis is een vast obstakel en bevindt zich in de waterhindernis. Een vast obstakel in de waterhindernis mag je niet ontwijken. Daarom moet je de bal spelen zoals deze ligt. Je mag ook kiezen om de waterhindernis met één strafslag te ontwijken (vier mogelijkheden).
  2. Een markeringspaal van de waterhindernis is een vast obstakel. Je mag daarom de paal zonder straf ontwijken. Je bepaalt het dichtstbijzijnde punt zonder belemmering binnen de waterhindernis en dropt de bal binnen een stoklengte vanaf dit punt, maar niet dichter bij de hole.
  3. Een markeringspaal van de waterhindernis is een vast obstakel. Je mag daarom de paal zonder straf ontwijken. Je bepaalt het dichtstbijzijnde punt zonder belemmering en dropt de bal binnen een stoklengte vanaf dit punt, niet dichter bij de hole. Omdat je rechtshandig bent ligt het dichtstbijzijnde punt buiten de hindernis.
  4. Een markeringspaal van de waterhindernis is een los obstakel. Een los obstakel mag je zonder straf wegnemen. Je haalt daarom de paal uit de grond en speelt de bal. Na de slag plaats je de paal natuurlijk weer netjes terug.

Antwoord en uitleg

Antwoord a is juist. In de lokale regels voor de Vier Eijckenbaan is opgenomen dat markeringspalen van waterhindernissen vaste obstakels zijn. Vaste obstakels mag je overal op de baan zonder straf ontwijken (Regel 24-2). Er is echter één uitzondering:
Vaste obstakels in een (laterale) waterhindernis mag je niet ontwijken. Je moet de bal dan spelen zoals deze ligt of de laterale waterhindernis met één strafslag ontwijken (Regel 26-1). Hiervoor zijn er vier mogelijkheden:

  1. een bal spelen zo dicht mogelijk bij de plaats waar de oorspronkelijke bal het
    laatst werd gespeeld, of
  2. een bal droppen achter de waterhindernis waarbij je het punt waar de
    oorspronkelijke bal het laatst de grens van de waterhindernis kruiste op een
    rechte lijn moet houden tussen de hole en de plek waar je de bal dropt, zonder
    beperking van afstand achter de waterhindernis, of
  3. een bal droppen buiten de waterhindernis binnen twee stoklengten van en niet
    dichter bij de hole dan:
    1. het punt waar de oorspronkelijke bal de waterhindernis kruiste, of
    2. het punt op de tegenoverliggende grens van de waterhindernis op gelijke
      afstand van de hole.

Antwoord b en c zijn niet juist omdat je een vast obstakel in een (laterale)waterhindernis niet mag ontwijken (Regel 24-2b, Noot 1).

Antwoord d is niet juist omdat de markeringspalen van waterhindernissen op de Vier Eijckenbaan tot vaste obstakels verklaard zijn in de lokale regels. Als je een waterhindernispaal uit de grond haalt om niet belemmerd te worden bij de slag, levert dit twee strafslagen op. Indien er op een andere golfbaan geen lokale regel is voor markeringspalen bij waterhindernissen, zijn de markeringspalen losse obstakels mits de palen zonder buitensporige moeite weggenomen kunnen worden.